Als gevolg van de groei van het aantal studenten met 85.000 in 2020, stijgt de vraag naar kamers in studentensteden met 33.000. De helft van de gezochte woonruimtes moet bestaan uit kamers met eigen douche, toilet en eventueel een keuken. Dat blijkt uit de eerste landelijke monitor studentenhuisvesting. Het grootst is de behoefte in Amsterdam (8.000 kamers), Groningen (4.000), Rotterdam (2.700) en Utrecht (2.500).
Monitor studentenhuisvestingDe jaarlijks terugkerende monitor is een initiatief van Kences, de brancheorganisatie voor studentenhuisvesting en wordt mede mogelijk gemaakt door het ministerie
van BZK. De monitor is onderdeel van het Landelijk Actieplan Studentenhuisvesting, dat in 2011 ondertekend is. De monitor biedt ook lokale rapportages over 29 studentensteden. De rapportages bieden inzicht in studentenaantallen en woonwensen per stad. Vanaf 1 november zijn de lokale rapporten gratis te downloaden op www.wonenalsstudent.nl.
Onderzoek KencesOm goed inzicht te krijgen in de huidige woonsituatie en de woonwensen van studenten, deed Kences onderzoek onder ruim 35.000 studenten. Daaruit blijkt dat bijna tweederde van alle uitwonende studenten op kamers woont met gedeelde voorzieningen (toilet, keuken, douche) voor rond de 300 euro per maand. Zo’n 15 procent woont op kamers met eigen douche, toilet en soms ook een keuken. Zij betalen meer dan 300 euro. De resterende 20 procent woont zelfstandig in een ‘gewone woning’ en betaalt in de meeste gevallen meer dan 400 euro per maand.
Hoe willen studenten wonen? Studenten geven nadrukkelijk aan meer behoefte te hebben aan woonruimte met eigen voorzieningen (douche, toilet en eventueel keuken). Ook is er een redelijk grote groep studenten die graag een volledig zelfstandige woning wil huren. In de huidige marktomstandigheden zijn de kleine kamers zonder eigen voorzieningen populair onder studenten, vanwege de prijs en de beschikbaarheid. Maar men woont liever meer ‘op zichzelf’. Uiteraard verschilt het beeld per stad.