Deze zomer is de corporatiesector in mijn ogen op een positieve en verrassende wijze naar buiten getreden. Zij hebben het ‘manifest’ Passend Wonen gepubliceerd. Hierin probeert de sector het probleem van ‘scheefwonen’ aan te pakken. Denk hierbij aan de situatie van huurders die in het verleden op basis van een laag inkomen een goedkope huurwoning toegewezen hebben gekregen, maar die inmiddels meer zijn gaan verdienen. Of aan (oudere) partners die grote woningen met meerdere slaapkamers blijven bewonen, terwijl grote gezinnen in te kleine woningen verblijven.
Zowel de oorzaken van deze problemen (overregulering door de overheid) als de oplossingen ervan (deregulering) zijn open deuren die ook in het manifest worden ingetrapt. De uitdaging zit hem dus niet zozeer in het bedenken van oplossingen, maar in het creëren van draagvlak daarvoor. De corporatiesector draagt hier met dit manifest aan bij. Ook toont de sector aan dat zij heilige huurdershuisjes wil renoveren en zo het draagvlak voor de sociale huursector ook in de toekomst wil behouden.
Of corporaties wendbaar genoeg zijn om de door hun gewenste aanpassingen adequaat uit te voeren en of ze de wetgever daadwerkelijk kunnen aanzetten tot deregulering is nog de vraag. Maar dat zij dit manifest hebben gepresenteerd, is een zeer hoopgevend signaal.