10 januari 2022
Met verbazing volgde ik de afgelopen maanden de val van Laurens Ivens (SP), de ex-wethouder Wonen van Amsterdam. Onder meer e Het Parool publiceerde over zijn seksueel grensoverschrijdend gedrag richting collega’s, en het moeten aftreden als gevolg daarvan. Het blijkt dat hij vanuit zijn werkkamer ook snode plannetjes bekokstoofde om zijn macht en de schaarste op de woningmarkt te misbruiken om vrouwelijke woningzoekers en huurders in zijn val te lokken. Onder andere de Volkskrant publiceerde hierover.
Ivens zal door weinigen worden gemist. Niet door beleggers omdat hij voorstander was van huurprijsregulering. Maar ook medewerkers van corporaties die ik over Ivens sprak, uitten hun onvrede over hem: de voortdurende bemoeizucht van de gemeente ondermijnt de kennis, ervaring en autonomie van corporaties.
Wat de zaak Ivens extra saillant maakt ten opzichte van andere (machts)misbruikers, is de hypocrisie van Ivens. Het was zijn taak om financieel minderbedeelden aan betaalbare woonruimte te helpen. Hij sprak structureel schande van (markt)partijen die de schaarste op de woningmarkt zouden misbruiken om zichzelf heimelijk financieel te verrijken. Meer regels en macht voor het stadsbestuur zouden de oplossing zijn, volgens Ivens. Juist díe schaarste en macht misbruikte Ivens zelf voor zijn eigen gewin. En dan niet financieel, maar seksueel.
Hoe meer regels en bijbehorende macht waar Ivens voor pleitte, hoe meer ruimte voor misbruik daarvan. Die macht ligt in de gereguleerde sector trouwens zeker niet alleen bij wethouders, maar ook bij corporaties, beleggers, verhuurmakelaars en property managers.
Het is daarom zeer aannemelijk dat meer vrouwen slachtoffer worden van deze macht. Dat Is in mijn ogen een onderbelicht onderwerp als het gaat om verdergaande regulering van de huurwoningenmarkt. Waar niet de markt, maar instanties en dus mensen de macht in handen krijgen, daar ligt misbruik op de loer.