Hysterisch coronabeleid van de overheid op de huurwoningmarkt
Om de economische klappen van de lockdown op te vangen heeft de overheid de economie zeer agressief ondersteund. De bekendste regeling is wellicht de tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging voor Werkgelegenheid (de NOW regeling). Volgens recente berichtgeving zijn de korte termijndoelstellingen van de overheid hiermee bereikt: een faillissementsgolf is uitgebleven waardoor werknemers hun baan en loon grotendeels hebben behouden.
Het bruggetje naar de huurwoningmarkt is dat hiermee huurders, uiteraard enkele uitzonderingen daargelaten, in gelijke mate in staat zijn geweest de huur op te hoesten. Precies zoals de bedoeling was van de (zeer kostbare) NOW regeling.
Op hysterische wijze werden tijdens de lockdown echter allerlei aanvullende maatregelen, regeltjes en uitzonderingen opgelegd;
- Huurders konden in sommige gevallen hun tijdelijke huurcontracten tijdelijk verlengen;
- Door de Wet Tijdelijke Huurkorting komen huurders die in financiële problemen zijn gekomen in aanmerking voor een korting;
- De jaarlijkse huurverhoging werd aan banden gelegd; in de sociale sector is de huur bevroren, en in de ‘vrije’ sector beperkt tot 1% boven inflatie.
Allemaal zogenaamd om de huurder tegemoet te komen. Maar die zelfde huurder was al op effectieve wijze tegemoet gekomen door de NOW regeling. Bovendien voeren Woningcorporaties al actief en succesvol beleid om huuruitzettingen als gevolg van betalingsachterstanden te voorkomen. Ook de meeste institutionele en particuliere verhuurders zien in dat barmhartigheid ook in hun eigen belang is. De onophoudende bemoeizucht van de landelijke politiek op de huurmarkt is overbodig, leidt tot complexiteit en creëert valse verwachtingen bij huurders.
Tegen beter in hoop ik dat de politieke partijen in zouden zien dat ze hun kiezers beter van dienst zouden zijn als ze zich zouden beperken tot hoofdzaken.