Op 5 februari 2019 besteedde Het Financieele Dagblad aandacht aan het voorstel van een groep beleggers om betaalbare woningen te gaan bouwen.
Het gaat hierbij om ‘middeldure huurwoningen’ in de provincie Utrecht. Het is mij een doorn in het oog dat deze beleggers gedwongen lijken te worden zich in het keurslijf van ‘de middenhuur’ te laten hijsen.
Bovenstaand voorstel komt er kort gezegd op neer dat beleggers de huurprijzen beperken in ruil voor goedkopere grond om de huizen op te bouwen. Zo wordt een bureaucratisch circus opgetuigd waar iedereen braaf rondjes loopt, maar niet echt wijzer van wordt.
Vanuit het perspectief van het rendement voor de beleggers is het vestzak-broekzak. Enerzijds minder inkomsten, anderzijds minder kosten. Onderaan de streep hetzelfde resultaat. Voor gemeenten is het niet veel anders: door het beperken van de huurprijzen worden enerzijds de huurders gesubsidieerd, terwijl anderzijds de potentiële inkomsten uit grond dalen. Dit heeft weer tot gevolg dat andere zaken of doelgroepen minder worden gesubsidieerd.
Het resultaat? Een hoop geklets en koffieleuten. Met enig cynisme moet ik de gemeenten echter ook weer dankbaar zijn. In feite doen zij voor propertymanagers, zoals Wolf Huisvestingsgroep, aan gratis business development. Het vergt namelijk flink wat maatwerk om te voldoen aan alle specifieke regeltjes die de gemeenten bedenken. Gelukkig voor ons besteden de beleggers dat maatwerk dan weer uit aan ons. Helaas werkt dit voor de huurders kostenverhogend. Echter, enig begrip van deze dynamiek lijkt er bij gemeenten niet te zijn.
Over de auteur:
Frank van Min is Directeur Wolf Huisvestingsgroep
Eerste publicatie door Frank van Min op 7 feb 2019
Laatste update: 7 feb 2019