11 december 2023
De overwinning van de PVV bij de afgelopen verkiezingen wordt alom verklaard door onvrede over de gevestigde orde, en zorgen over immigratie. Beide factoren zijn in mijn ogen mede veroorzaakt door woonminister Hugo de Jonge.
Wie angst zaait, oogst protest
De welvaart verdelen en op een houdbare manier proberen te laten groeien en daarvoor keuzes maken. Dat zijn altijd al de taken van een regering geweest. Wat betreft de hedendaagse woningmarkt – of de volkshuisvesting zoals De Jonge en zijn spindokters het framen – is dat niet anders. Spreken over een (woon)crisis, zoals De Jonge telkens doet, vind ik alleen al om die reden een zwaktebod. Bovendien suggereert een crisis een acute verandering. De meeste veranderingen op de woningmarkt, zoals het kleiner worden van huishoudens, is een geleidelijk demografisch proces. (Acuut was natuurlijk wel de komst van Oekraïense vluchtelingen, maar De Jonge sprak daarvoor al over een woningcrisis.)
Spreken van een wooncrisis is verder een risicovolle strategie. Huurders, starters en stelletjes in een scheiding, de electorale doelgroep die De Jonge met zijn angst zaaien wilde bereiken, hebben met de reguleringsdrang (Wet betaalbare huur) van De Jonge niet méér zicht gekregen op betaalbare woonruimte (zoals Coen Teulings recent weer eens uitlegde). Deze angst, in combinatie met het uitblijven van verbeteringen, leidde tot nog meer onvrede en wakkerde proteststemmen aan. Bovendien speelde het de PVV in de kaart omdat het hun kritiek op immigratie en daarmee de bijbehorende druk op de woningmarkt geloofwaardiger maakt.
Wanbeleid verdedigd met holle retoriek
Zoals hierboven aangegeven heeft zelfs de beoogde electorale doelgroep van De Jonge redenen om kritisch te zijn. Overige electorale doelgroepen, veelal woningbezitters en/of mensen met een kritische houding tegenover regulering, hebben dat nog meer. Uit mijn eerdere columns, uit de talloze rapporten van diverse onderzoeksbureaus, en uit adviezen van de Raad van State doemt keer op keer op keer op keer het zelfde beeld op; de averechtse werking van het beleid van De Jonge. Gevraagd naar zelfreflectie, tijdens spaarzame momenten dat hij het aandurfde om met experts in gesprek te gaan, levert het antwoord slechts holle retoriek op.
En wat nu?
In mijn column van januari 2022 gaf ik al aan dat De Jonge ‘een basis legt voor toenemend populisme’. Dat lijkt nu dus deels uitgekomen. De reputatie van Wilders als xenofoob en de onervarenheid van zijn vele fractieleden zal het fundament onder de woningmarkt geen goed doen, maar waarschijnlijk is alles beter dan de door De Jonge gecreëerde betonrot.
Frank van Min
Wolf Huisvestingsgroep