De jarenlange inkomenspolitiek in huurmarkt heeft geleid tot scheefwonen, lange wachtlijsten en allerlei vormen van onderverhuur. Nieuwe overheidsmaatregelen zijn bemoedigend, maar Wolf Huisvestingsdirecteur Frank van Min hoopt dat minister Blok nog verder gaat. ‘Meer keuzevrijheid voor alle partijen zal de betaalbaarheid en kwaliteit van huurwoningen verder verbeteren.’
Met de Wet Doorstroming huurmarkt en de nieuwe maatregelen om het Woningwaarderingsstelsel aan te passen zet minister Blok opnieuw kleine stappen in de goede richting.
Voor nieuwe en gerenoveerde woningen vanaf ongeveer 32 m2 geldt in Utrecht en Amsterdam per oktober 2016 een andere puntentelling. Hierdoor komen meer woningen boven de liberalisatiegrens en vallen ze in de vrije sector. Een goede ontwikkeling, want dit vergroot de investeringsbereidheid van beleggers in dit soort woningen en daarmee het aanbod. Hierdoor zullen de overspannen vraag naar en de lange wachtlijsten voor de bestaande woningen in de sociale sector dalen.
Einde huurtoeslag?
Wie verder goed luistert naar minister Blok heeft wellicht opgemerkt dat de huurtoeslag in zijn huidige vorm zijn beste tijd heeft gehad. Vermoedelijk wordt de toeslag in de toekomst afgebouwd. Mocht het zo zijn dat hij met alle andere huidige toeslagen verdwijnt in ruil voor een generieke toeslag is dat een goede ontwikkeling. Een algemene toeslag voor mensen met een lager inkomen geeft namelijk meer duidelijkheid over de echte waarde van een huurwoning. De huurder kan zo zelf bepalen waar hij zijn toeslagbedrag aan wil uitgeven: aan wonen op een a-locatie of een lagere zorgpremie.
Prijs en kwaliteit
Ook op andere gebieden is meer flexibiliteit de sleutel voor een duidelijke en beter georganiseerde huurmarkt. Ga daarom verder met de hervorming van de woningmarkt. Neem maatregelen waarmee corporaties, beleggers en huurders zelf meer keuzes kunnen maken in prijs en kwaliteit. Dit betekent bijvoorbeeld dat de maximalisatie van de huurgrens wat mij betreft geleidelijk verdwijnt. Laat vrager en aanbieder zoveel mogelijk zelf bepalen wat een redelijke prijs is om ergens te wonen.
Is de huurder daarmee overgeleverd aan de grillen van de vrije markt? Integendeel. Het loslaten van een maximale huurprijs leidt op a-locaties tot een hogere huurprijs. Enerzijds leidt dit opnieuw tot meer animo om te investeren voor beleggers. Naast meer (huur) woningen betekent dit dat gemeenten een hogere grondprijs kunnen vragen. Dit geld kunnen zij investeren om de minder kapitaalkrachtige inwoners te ondersteunen, onder meer op de woningmarkt. Anderzijds kunnen de corporaties de extra inkomsten die ze uit de hogere huren halen inzetten voor een beter woningaanbod. Het extra geld creëert bovendien ruimte voor de huisvesting van statushouders.
Communicatie à la carte
Bij de corporaties zelf valt met keuzevrijheid nog veel winst te behalen. Zo kunnen zij een stuk efficiënter en klantgerichter omgaan met de communicatiediensten die zij leveren. Waar je flexibiliteit bij de meeste corporaties wel al terugziet in diensten als servicecontracten voor klein onderhoud, verandert op communicatiegebied nog weinig. Een gemiste kans, want de digitale mogelijkheden maken het steeds eenvoudiger om zonder grote backoffice sneller en efficiënter in contact te staan met de huurders. Biedt huurders daarom ook communicatiediensten à la carte aan. Met de besparingen die dit oplevert zijn corporaties in staat om te zorgen voor een lagere huurprijs, meer verduurzaming en echte innovatie. Kortom, maatregelen die echt leiden tot verbeteringen voor de betaalbaarheid en de kwaliteit van huurwoningen. Dus kom op Blok, hervorm verder!
Over de auteur
Frank van Min is directeur van Wolf Huisvestingsgroep